De Zambezi is met een lengte van 2700 km in grootte de vierde rivier van Afrika. Hij ontspringt in centraal Afrika en stroomt eerst zuidwaarts, door Angola en het westelijk deel van Zambia. Dan gaat het oostwaarts en vormt de rivier voor Zambia de grens met Botswana en Zimbabwe. Het laatste deel gaat door Mozambique en mondt uit in de Indische Oceaan.
Ongerepte natuur
De rivier is in grote delen nog tamelijk ongerept en stroomt door dun bevolkte gebieden. Langs de oevers treffen wij natuurlijke begroeiing, veel wilde dieren en weinig sporen van menselijke activiteit (foto 1-10). Hier en daar onderhoudt het rivierwater flinke wetlands, aantrekkelijke leefgebieden voor vogels en vissen. Grote gebieden hebben als nationaal park een beschermde status: wij bezoeken de parken van South Luangwa, Kafue, Lower Zambezi en Mana Pools. Maar het grootste natuurwonder van de Zambezi zijn natuurlijk de Victoria watervallen, gelegen in de bovenloop van de rivier.
Menselijke invloed
Ongeschonden voor menselijke ingrepen is de Zambezi niet gebleven: er zijn reusachtige stuwmeren in het middendeel (de Kariba dam, op de grens van Zambia en Zimbabwe) en in de benedenloop (de Cabora Bassa-dam in Mozambique). Maar daarmee heb je het wel gehad, de rivierloop is door de dammen en stroomversnellingen ongeschikt voor grootschalige scheepvaart. De lokale bevolking zie je in kleine bootjes (foto 13-17), soms volgen wij hun voorbeeld (foto 12) en andere keren verstoren wij de idylle met een speedboot (foto 11).
Visserij speelt een rol voor de lokale bevolking (zie de markt bij Chavunga) en in bescheiden mate daarbuiten (zie foto 18). Het trekt ook toeristen, zo blijkt bij de Redcliff Lodge (Lower Zambezi), waar de meeste gasten komen voor het vissen op de tijgervis.