In het stroomgebied van de Zambezi komen enkele tientallen soorten antilopen voor, maar diverse soorten zijn toch betrekkelijk zeldzaam (zoals de sitatunga en de sabelantiloop) en krijgen wij niet te zien. De meest voorkomende soorten zijn de impala, poekoe en waterbok, waarover aparte pagina’s bestaan.
Hartebeest
Het hartebeest (schouderhoogte 125 cm) is een herkenbare verschijning, zowel door de vorm van de horens als door de lange, smalle kop. De horens zijn zowel bij bokken als hindes aanwezig. De soort die in Zambia voorkomt, is Lichtenstein’s hartebeest dat op details afwijkt van het rode hartebeest dat wij eerder in Namibië hebben gezien.
Koedoe
De koedoe (schouderhoogte 140 cm) is herkenbaar aan de witte strepen op de flanken, in een bruine vacht. Bij deze soort hebben alleen de mannetjes horens, fraaie gedraaide exemplaren. Het vrouwtje op de foto moet het dus zonder doen …
Gnoe of wildebeest
De gnoe (schouderhoogte 150 cm) heeft zo’n opvallende kop dat je hem in het landschap altijd zult herkennen. Wij hebben flinke kuddes van deze dieren gezien in Namibië, maar verschillende reisgenoten genieten volop van de ontmoeting met een paar gnoes in Kafue.
Bosbok
De bosbok behoort tot de kleine antilopen (schouderhoogte 80 cm) en leeft teruggetrokken in dichte bossages. Het is dan ook een toevalstreffer dat wij er in South Luangwa eentje zien staan op een open plek in het bos.
Eland-antiloop
De eland-antiloop spreekt tot de verbeelding als de grootste antilopensoort: schouderhoogte 170 cm en een gewicht tot 600 kg. Beide geslachten hebben horens op de kop. Ook deze soort is erg schuw en het verwondert dus niet dat we ze slechts op flinke afstand kunnen waarnemen.