Sabratha ligt 50 km westelijk van Tripoli, wij bezochten het met een dagexcursie. Hier liggen de resten van een stad uit de Romeinse tijd, minder omvangrijk dan Leptis Magna maar nog steeds bezienswaardig.
Opkomst en bloei
Ook Sabratha is begonnen als een Fenicische en later Punische nederzetting. Een grafmonument (foto 2-3) herinnert nog aan die periode. In de 1e eeuw v.Chr. werd de stad Romeins.
De bloei kwam in de Romeinse keizertijd. Het belang als handelsstad blijkt uit het feit dat Sabratha een eigen kantoor had in Ostia, de haven van Rome. De export betrof producten uit het Afrikaanse achterland: goud, ivoor en struisvogelveren.
Het inwonertal was met 20.000 een stuk minder dan in Leptis Magna. Je ziet dat terug in de bescheidener omvang van de openbare gebouwen (foto 4). Ook was hier niet één groot badhuis (zoals in Leptis) maar hadden de villa’s hun eigen badgelegenheid. En alleen in de belangrijkste gebouwen zat marmer verwerkt, verder vooral zandsteen.
Verval
De aardbeving uit 365 deed zich ook hier voelen, maar Sabratha kon daarvan herstellen, tot de komst van de Vandalen (midden 5e eeuw). Na nog korte tijd onderdeel van het Byzantijnse rijk geweest te zijn, raakte de stad ontvolkt en vergeten.
Italianen voerden hier opgravingen uit in de eerste helft van de 20e eeuw. Het theater werd gereconstrueerd (foto 13-17) en in 1937 geopend met een voorstelling in aanwezigheid van Mussolini.