Van Schiphol naar Tripoli
Op een zondagochtend in oktober vertrekken wij voor een 15-daagse reis naar Libië, een voor ons onbekende bestemming. Wij kijken vooral uit naar de combinatie van antieke cultuur en woestijn, met een vleugje arabisch.
De vluchten worden uitgevoerd door de ons onbekende Libische luchtvaartmaatschappij Afriqiyah (foto 1). Tot onze verrassing is het vliegtuig (Airbus A319) nieuw en maar voor een derde bezet. Onderweg krijgen we een maaltijd geserveerd, het drinken is al direct in de stijl van het land, dus vrij van alcohol!
Keurig op tijd komen we aan op het vliegveld van Tripoli (16 uur). De controles bij de douane leveren geen problemen, alle visa zijn in orde. Maar het kost wel de nodige tijd. In de drukke aankomsthal maken we kennis met onze gids Abdullah en de rest van de groep. En we wisselen hier euro’s voor een stapel dinar-biljetten. Een minibus brengt ons in een half uur naar het hotel. Tripoli: museum en medina
Drie nachten logeren we in het Teba hotel, wat achteraf gelegen in een rommelige straat, maar op loopafstand van het centrale plein. Het gebouw van enkele verdiepingen heeft wel een lift, maar die begint vreemd genoeg pas op de 1e verdieping. Op het oog ziet het er verder goed uit, maar een reisgenoot merkt op dat hij geen vluchtroute kan ontdekken. Na de woestijntocht zouden we hier nog twee nachten slapen – maar dat loopt anders, lees hier.
De vrije dag in Tripoli begint met ontwaken om 6 uur als buiten de oproep tot het gebed weerklinkt. ’s Ochtends gaat iedereen mee naar het Nationaal Museum (foto 2-3), waar Abdullah uitleg geeft. En dat is wel nodig ook, want de bijschriften zijn alleen in het Arabisch! De collectie staat hoog aangeschreven en bevat veel stukken uit de Romeinse stad Leptis Magna.
Na het museum slenteren wij de rest van de dag door de medina. De marktstraten zijn smal en vol met mensen, maar wij kunnen ongestoord rondkijken (foto 4-7).
Op de avond van de aankomst eten we als groep in een zeer eenvoudig lokaal restaurant, verborgen aan een binnenplaats in het marktgebied. Het eten is smakelijk en goedkoop (6 dinar, ruim 3 euro). De andere avonden eten we in de veel luxere restaurants gelegen rond de boog van Marcus Aurelius, aan de noordkant van de medina, ook nu samen met het grootste deel van de groep.
Leptis Magna
De tweede volle dag in Tripoli is voor de dagexcursie naar Leptis Magna, op twee uur rijden met de minibus. We bekijken hier de indrukwekkende resten van de eens zo bloeiende Romeinse stad (foto 8-9). Abdullah is er in zijn element en vertelt uitvoerig over de gebouwen die we zien. Na een bezoek aan het even verderop gelegen amfitheater rijden we terug naar Tripoli, terugkijkend op een goed bestede dag.